Doordat in zomer en winter de zon gemiddeld op een andere hoogte staat, is de opbrengst van zonnepanelen sterk afhankelijk van het seizoen. De precieze verhouding tussen zomer- en winteropbrengst hangt af van oriëntatie en hellingshoek. In de volgende grafiek zie je een typisch verloop over de maanden.
Naast de stand van de zon beïnvloedt het weer de opbrengsten natuurlijk ook. Bovenstaande grafiek gaat uit van een normaal temperatuurverloop, ‘s nachts kouder dan overdag en in de winter kouder dan in de zomer. We hebben de waarden voor het jaar 2020 in ons rekenmodel gestopt.
Bewolking houdt de zon tegen en vermindert de opbrengst van je zonnepanelen. Een volledig bewolkte hemel zal de opbrengst zeker halveren. Bewolking komt en gaat en het model gaat uit van een bepaalde verdeling over de dag en maand. Net zoals de temperatuur zorgt deze invloed voor een onzekerheid in de uitkomst.
Het eerste dat opvalt aan de grafiek is dat de opbrengst in mei hoger is dan in juni of juli. In mei staat de zon gemiddeld echter iets lager. Hoe kan dat?
Eigenaren van zonnepanelen zullen bevestigen dat de opbrengst in mei over het algemeen beter is dan in juni. Misschien niet altijd zoveel beter of misschien zelfs wel iets slechter dan in juni, maar altijd hoger dan je op grond van de gemiddelde hoogte van de zon zou verwachten.
Een belangrijke factor is de buitentemperatuur. Hier heb ik in een vorig blog over geschreven. Een zonnepaneel houdt van koud weer met een hoge zoninstraling. In mei is het gemiddeld kouder dan in de echte zomermaanden en vandaar dus de hogere opbrengst.
Ook moeten we de bewolking niet uitvlakken. In het model (gebaseerd op 2020) lijkt het erop dat mei behoorlijk wolkenloos is geweest. Dit is een toevalligheid, maar uiteraard verschilt het ene jaar van het andere.